Dit zijn de eerste drie verslagen van een bijzondere relatie met eenaardgenoot, en wel:

> de ontmoeting, > een vervolg, >de eerste vraag;

de Ontmoeting

Het was een mooie iets vochtige middag, dat ik met kleinzoon Jurre aan de hand door de tuin liep, toen hij even terugdeinsde voor iets onbekends in een kleine struik, Hé doe niet zo gek joh, dat is een spinneweb, het huis van een spin, en ook zijn vangnet voor kleine vliegjes: zijn eten En voorzichtig stapten we wat dichterbij aan zijn stevig vasthouden merkte ik dat hij het spannend vond; Niet met je vingertjes aankomen hoor het zijn allemaal hele dunne draadjes die gauw kapot gaan! Aanraken was duidelijk geen optie. Wil je de spin zien? en dat wilde hij wel, dus blies ik heel zachtjes op het stevige midden en ja hoor, daar kwam uit een hoek onder een blaadje de spin ritsrats tevoorschijn en liep zenuwachtig of hongerig door zijn prachtige breiwerk, meteen weer terug naar zijn schuilplaats, Wij vervolgden onze stappen op het tegelpad waar eerst een pissebed onze weg kruiste: Dag mevrouw pissebed! zei ik nog vriendelijk mijn en zijn voeten naast dat friemelaartje leidend. Maar daar kwam de volgende tegelnaadbewoner al aan een driftig zigzaggend miertje, dat ik dan ook maar begroette: Dag mevrouw mier, is het goed als wij hier ook even een ommetje maken? we zullen heel voorzichtig zijn met u en al uw mierenzusjes…
Jurre keek mij verwonderd aan, wat deed grootvader nu weer; praten met van die kleine friemelbeestjes… het moest niet gekker worden. Maar dat werd het wel, want ongevoelig voor de mierengeurtjes (feromonen) kreeg ik wel een stem in mijn hoofd die mij vroeg hoe ik wist dat zij een vrouwtje was Het was van mij eigenlijk gewoon een intuitieve gok omdat ik van Fabeltjeskrant ‘Truus de Mier’ kon herinneren en ook in het verhaal van ‘de Krekel en de Mier’ er het beeld van een vrouwelijke mier was blijven hangen. die gedachte volstond en de mier överdacht, wat bij mij binnen kwam, dat eigenlijk haar hele volk bestond uit vrouwen, die deden alles van koningin-wezen tot al het werk. Dat is wel wat anders dan bij jullie hè? besloot zij haar gedachten tenminste op dit moment: Ik moet nu gaan want koningin geurt me…
Levend met ietwat gemankeerde neuronen verbaasde ik mij geen moment over dit gedachten-kontakt!

Een vervolg

De volgende morgen tijdens mijn gebruikelijke ochtend-sluimertijd, als ik moed en kracht verzamel om toch maar weer een dag te starten, kwam er weer een signaal binnen; Mier opnieuw: Mens Grootvader, zoals die kleine mens je gisteren noemde, zullen wij een samenwerking afspreken? Ik ben de verhalenbron van mijn volk voor wat er buiten ons verblijf gebeurt en voor de koningin ook de bode voor het laatste nieuws… Wij hopen en verwachten nu snel de geboorte van een paar mannen om de laatste eitjes van de koningin te bevruchten, zodat er ook een nieuwe koningin gaat komen met heel veel eitjes voor het nieuwe volk! “Ik heb heel veel vragen over wat ik allemaal aan hersensignalen van jullie mensen heb horen zoemen. Als jij mij daarmee wilt helpen en ook ons volk beschermt tegen andere mensen en teveel nattigheid uit de lucht, dan beloof ik je dat ik heel mijn volk zal zeggen zelfs niet  één pootje in jouw huis te zetten ook al lokken etensresten en zoete plasjes nog zo sterk… Deal?” Ik bedacht mij geen moment en stemde in met deze vriendschap, maar wel graag gewoon met mijn eigen naam Leen! Dat was meteen voldoende de samenwerking was een feit! Nu was het wachten op de eerste vraag, benieuwd of ik in staat was tot een antwoord! Maar ook of ook ik vragen mocht stellen….

De eerste vraag…

Het duurde geen dag of Mier meldde zich opnieuw. Een vraag kon je het eigenlijk niet noemen, het was meer een bevestiging die werd gezocht: “Leen, klopt het dat wij allemaal wonen op een soort grote bal , net zoals die lichtbal als het donker is, maar dan heel erg groot?” Dat was een makkie, want dat klopte en zonder Wikipedia te raadplegen kon ik aangeven dat het inderdaad heel erg groot was, groter dan ik mij kon bedenken… Dat volstond!