Wonend en kerkend in een PKN waar ook een EvangelischLutherse Gemeente (ELG) deel van uitmaakt, ontdekte ik daarvan zo weinig te weten dat ik op zoek ben gegaan naar informatie, die ik ook u/jou niet wil onthouden… te beginnen met één van hun symbolen, de roos:
“Het eerste is een kruis, geheel zwart; het staat in een hart, dat zijn natuurlijke kleur heeft – om mijzelf steeds in herinnering te brengen, dat het geloof in de Gekruisigde ons zalig maakt. Want wie van harte gelooft, wordt gerechtvaardigd. Al is het een zwart kruis, dat doet afsterven en pijn moet doen, toch laat ’t dat hart z’n kleur behouden, het verderft de natuur niet, dat wil zeggen: het maakt ons niet dood, maar behoudt ons ten leven. De rechtvaardige leeft immers door het geloof in de Gekruisigde. Zulk een hart nu moet midden in een witte roos staan om aan te duiden, dat het geloof vreugde, troost en vrede geeft en ons zonder meer midden in een witte, vreugdevolle roos zet. Dit is een andere vreugde en vrede dan de wereld geeft, daarom moet de roos ook wit en niet rood zijn; want wit is de kleur van de geesten en van alle engelen. Zo’n roos staat in een hemelsblauw veld om duidelijk te maken, dat we in de geest en in het geloof reeds deel hebben aan de komende hemelse vreugde : we zijn er reeds in, levende in de hoop, al is het nog niet openbaar. En om dat blauwe veld een gouden ring, waarmee gezegd wordt, dat die zaligheid in de hemel eeuwig duurt en geen einde heeft en zoveel kostelijker is dan alle aardse vreugde en genot, zoals het goud schoner is en kostbaarder dan alle andere metalen. Christus, onze lieve Heer, zij met uw geest tot in dat eeuwig leven, amen.
Maarten Luther, Koburg, 8 juli 1530.”